Artikel uit zeil tijdschrift Watersport waarin de Altair van P.A. Sipman besproken wordt
Scherpe kajuit-zeiljachtje, ontworpen door P.A. Sipman (Altair bouwjaar 1963) (tekst komt uit de Watersport, geschreven door Jaap Kremer ....)
P.A. Sipman
Vooral voor de wat oudere watersportliefhebbers is het werk van jachtontwerper P. A. Sipman niet onbekend. Zij kennen het door verschillende ontwerpen van zijn hand die in de jaren voor en kort na de oorlog werden gepubliceerd. Veelal waren dat ontwerpen van klein tot middelgrote zeiljachten bestemd voor onze binnenwateren of ook voor zee. Ook het hier getoonde ontwerp betreft een klein knikspantkruisertje, de Altair.
Zelf schrijft de heer Sipman hierover: De “Altair” werd ontworpen voor een ervaren zeiler, een warm voorstander van staal.
Het ging er om een klein jachtje te ontwerpen waarin 3 zeilers met een gezamenlijke leeftijd van circa 160 jaar tochten op ruim water konden ondernemen. Drie goede kooien, veel bergruimte en een opbouw van boord tot boord werden verlangd. Een en ander te verwezenlijken in een scheepje van 7.33 m over alles …
Met het oog op de bouwkosten en veel prettige herinneringen aan de ‘Seabird’, de beroemde knikspantboot van Thomas Fleming Day, werd de knikspantvorm gekozen.
De spantvorm van de Altair is licht gerond; ondanks dit is de huid geheel afwikkelbaar, dus zonder kant- of middenrek te vervaardigen. De scherpe vorm van de waterlijn bij een knikspantboot en het matige ballastpercentage van een klein stalen schip pleiten voor een flinke breedte. De uitwaaiende spantvorm met een grootste breedte van 2,62 m en een loden ballast van 700 kg verlenen de ‘Altair” de mogelijkheid bij windkracht 6 a’7 goed haar volle tuig te dragen. Voor een stalen schip is de “Altair” zeer levendig. De bestuurbaarheid is opvallend goed: op alle koersen en bij alle hellingshoeken is het jacht met een vinger te besturen, terwijl het ondanks de lange kiel een zeer kleine draaicirkel heeft. Een “Seagull” aanhangmotor in een bun wordt als hulpmotor gebruikt.
(Deze is in 1984 vervangen door een Mitsubishi 2 cilinder diesel van 8.5 PK welke tot op heden nog probleemloos presteert)
Het casco werd in 1963 door de firma Hakvoort te Monnickendam gebouwd; de aftimmering geschiede door de eigenaar zelf.
Veel daaraan toe te voegen hebben we niet. De lijnentekening laat een smakelijke romp zien waarbij de -altijd min of meer ontsierende – knik in het voorschip is weggewerkt. De verhouding lengte waterlijn tot grootste breedte is, zelfs voor deze tijd waarin brede schepen op geldt doen, ongewoon klein, namelijk nog geen 2.15.
De breedte op de waterlijn is met 2,21 m echter aanzienlijk kleiner dan haar grootste breedte van 2,62 m. De waterverplaatsing met 2,379 m3 is voor zo’n stalen scheepje op zijn plaats.
Bij het matige ballastgewicht van 700 kg mag men circa 200kg gewicht van de dooskiel optellen; men komt dan op een ballastpercentage van 37 tot 38 %.
De over de volle breedte lopende opbouw geeft bij kleine scheepjes meer ruimte binnenwerks en heeft constructief gezien voordelen. Een dergelijke opbouw komt echter zelden het uiterlijk te goede. De wijze waarop de opbouwwanden voor en achter in de normale zeeglijn vergaan kunnen wij op papier niet helemaal waarderen, maar het is niet uitgesloten dat deze overgangen in werkelijkheid ons oog beter zouden bevallen. (Zie recente foto………)
De zeiltekening laat een mastsloeptuig zien waarbij de mast op het opbouwdek staat en in het schip gesteund wordt door een metalen pijp. Wij geloven graag dat de ‘Altair” zijn 24 m2 doek lang kan dragen; windkracht 6 a 7, dat is een windsnelheid van gemiddeld 14 m per sec en in vlagen enkele meters meer, is echter wel veel. Met Genua fok bedraagt het zeiloppervlak circa 29 m2.
De klein zelflozende kuip is – ook al biedt deze betrekkelijk weinig beschutting – voor een scheepje dat bestemd is voor ruim water op zijn plaats. De inrichting met twee hondekooien en een derde kooi in het voorschip wordt veel toegepast. Boven de baksboordkooi bevindt zich een wegschuifbare kaartentafel. Een 80 cm brede kookruimte en, voor zo’n scheepje, verassend ruime hangkast voltooien de inrichting (Staat nu een diesel …) De tafel in de kajuit zou eigenlijk voor het koken verwijderd moeten worden. De eigenaar wenste deze als getekend. Een toilet is niet aangegeven, dit is echter wel aanwezig. De gaskachel kan op gure dagen veel tot het comfort der opvarende bijdragen. Vooronder, de ruimte onder het brugdekje en de holte in de dooskiel bieden de nodige bergruimte. Het achteronder, waar zich de aanhangmotor bevindt, zal daarvoor slechts ten dele benut kunnen worden.
Resumerend kunnen wij zeggen dat de ‘Altair” op vele va onze binnenwateren en op IJsselmeer en Deltawateren velen niet weinig bevrediging zal schenken.
Foto's :
Betsy is gebouwd in 1963 bij de firma Hakvoort in Monnickendam, In 1984 is de huidige motor geplaatst, een twee cilnder diesel
van Mitsubishi 8.5 pk , welke nog steeds naar tevredenheid presteerd...